Bijenzwermen

      Een honingbijenvolk (Apis mellifica) bestaat in voorjaar en zomer uit één koningin, 40.000 tot 60.000 werksters en maximaal een paar duizend darren (mannetjes). Een individuele bij is niet in staat om zich voort te planten. Het complete bijenvolk moet daarom als entiteit worden gezien. Zonder elkaar zijn ze niets. De voortplanting van deze insectensoort geschiedt door middel van opdeling van het volk.

      Eerst worden nieuwe koninginnen aangemaakt in de tijd die daarvoor in verband met het nodige voedsel, het meest geschikt is: april tot en met augustus. Daarna deelt het volk zich in meerdere delen op. Imkers maken verschil in voor- en nazwermen. Het verschil zit in het feit dat een voorzwerm een bevruchte koningin bezit en de nazwerm (nog) niet. Die laatste zijn dus veel kwetsbaarder en ook meestal veel kleiner van omvang. Ik filmde het afkomen van een nazwerm van een korf en dat is hier te bekijken (122 Mb).

      Een grote voorzwerm weegt ongeveer 2,5 kg. Er gaan ca. 1.000 bijen in een ons, dus zo'n zwerm bevat dan ongeveer 25.000 bijen. De meeste zijn echter kleiner, met name als het nazwermen betreft. Dan is een aantal van 5000 bijen al veel. Als het oorspronkelijke volk maar klein is kan de voorzwerm ook niet groot zijn. Dat is bij mij het geval bij een kleine strokorf, die het ondanks de geringe grootte altijd goed doet. Hier is een kleine voorzwerm van die korf te zien. De zwermen vliegen enkele honderden of duizenden meters weg van de eigen standplaats. Dat is immers voor de verspreiding van de soort van belang en ook de voedselvoorziening binnen een nieuw territorium geeft meer zekerheid, omdat er dan niet gedeeld moet worden met het oude overgebleven volk. Ook hier geldt het spreekwoord: vele varkens maken de spoeling dun.

      Zwermen verkeren in een soort trance en zijn meestal zachtaardig. Ze hebben meer aandacht voor zichzelf en voor het vinden van een goede nestplaats dan voor de mensen. Het is toch verstandig ze met rust te laten. Ongeveer 10% van de zwermen gedraagt zich minder zachtaardig, ja, zelfs letterlijk prikkelbaar. Ze hebben dan bijvoorbeeld gebrek aan voer of zijn al een paar keer verkeerd behandeld. Waarschuw een imker, want die weet hoe er mee om te gaan.

      De bijenzwerm zal slechts blijven hangen als ook een koningin aanwezig is. Dit gedrag wordt soms als show gebruikt, waarbij de koningin in een kooitje om de nek wordt gehangen. De zwerm vestigt zich dan op die plaats en zo ontstaat een zogenaamde bijenbaard. Op internet staan er meerdere plaatjes van. Als imkers overigens spreken over 'een baard maken' bedoelen zij de bijen die aan de buitenkant van een korf of kast - dik opeengepakt - wachten tot de zwerm vertrekt. Dat duurt ongeveer een week en het is voor de imker meestal een sein dat er een zwerm op komst is. Extreme warmte en ventilatienoodzaak kunnen echter ook baardvorming tot gevolg hebben.




      Zwermen kiezen soms vreemde plaatsen om zich te vestigen. Deze zwerm was op het strand bij Westkapelle op 1 augustus 2003 in de rugzak van een Duitse toerist getrokken en vond het een geschikte huisvesting.
      Op de rechter foto is een zwerm aan het neerstrijken in een appelboom. Vermoedelijk is daar eerder de koningin al geland en de rest volgt dan door het verspreiden van geuren van de bijen bij de koningin. Meestal is er eerst een kleine groep bijen geland op een door hen beoordeelde gunstige plek om te gaan hangen. Via stertselen komt de vliegende koningin daar op af. Het stertselen gaat door voor de overige bijen van de zwerm. Als alles verzameld is vormen ze een compacte tros.








      Veel imkers zijn bereid bijenzwermen te verwijderen. In imkerstermen heet dat 'scheppen'. Sommige bijenhouders berekenen wel een gering bedrag voor reis- en overige kosten. Vraag er eventueel eerst naar. Probeer wel zelf vast te stellen dat het inderdaad honingbijen betreft. Wespen zien er anders uit (slanker, gladder, geler en langere vleugels: zie onderstaande afbeelding) en klitten nooit met duizenden tegelijk aan elkaar, zoals honingbijen dat doen bij zwermtrossen. Bij wespen gaat het meestal om de gewone wesp (Vespula vulgaris) of de Duitse wesp (Vespula germanica). Deze wespensoorten geven de meeste overlast als het om wespen gaat. De grootste wesp in ons land is de hoornaar (Vespa crabro). Die is iets anders van kleur, namelijk met roodbruine tekening op de thorax; het achterlijf is gewoon geel met zwarte vormen als bij de gewone wesp. De hoornaar is minder algemeen, maar breidt zich wel uit. Ook in mijn tuin zie ik deze grote wesp soms (1924). Het zijn beslist geen agressieve dieren, doch in de buurt van het nest zijn de hoornaars waakzaam, dus enkele meters afstand in acht houden. Soms kan in bomen of struiken het gladde papiernest van de middelste wesp (Dolichovespula media) worden aangetroffen. Die wespen zijn iets groter dan de gewone wesp. Ze zijn niet zo algemeen en niet agressief, als ze maar met rust worden gelaten. Het zijn nuttige dieren die weinig overlast geven als er wat rekening met ze wordt gehouden.





      Kijk hier om het verschil tussen een wesp en een honingbij te zien: een wesp haalt een dode honingbij weg.



      Het is overigens een misverstand te denken, dat imkers tegenwoordig altijd blij zijn met zwermen, want door heersende parasitaire en andere ziekten kunnen onbekende zwermen een bron van veel ellende zijn. Vroeger was dat bepaald anders. Iedere zwerm werd toen gezien als een welkome uitbreiding van het aantal volken. Onbekende zwermen worden daarom nu in bepaalde gevallen - hoe spijtig dat ook is - afgemaakt. Vooral de verspreiding van de bijenziekte AVB (Amerikaans Vuilbroed) en de virussen verband houdend met varroamijten baren imkers veel zorgen, omdat besmetting meestal een hele regio betreft door het vervliegen van bijen, vooral door darren, naar andere bijenstanden.

      Wie een imker zoekt voor het ophalen van een bijenzwerm, die net in de tuin is neergestreken moet even met Google zoeken naar een imker in de buurt, met bijvoorbeeld voor Utrecht de trefwoorden: bijenzwerm, imker, Utrecht. Je kunt ook direct naar de site van de NBV gaan en een afdeling in jouw buurt zoeken. Dikwijls hebben plaatselijke afdelingen een eigen website waar een telefoonnummer voor zwermmeldingen beschikbaar is. Maak het de imker niet extra moeilijk door zelf te gaan proberen een zwerm te verjagen. Daar worden ze alleen maar agressief van en verjagen zal niet lukken.

      Ik heb ooit meegemaakt dat ik voor een zwerm bij mij in de omgeving gebeld werd. Het betrof een restaurant bij een strandovergang aan de landzijde van de duinen met een groot terras. De zwerm had gehangen aan een terrastafel. Men had geprobeerd de zwerm met heet water te bestrijden. Dat was uiteraard mislukt, want dat is het domste wat je kunt doen. Waarschijnlijk was bij die actie de koningin verloren gegaan en de bijen zaten werkelijk overal. Ze zochten hun koningin, maar die was waarschijnlijk dood. Dan willen de bijen toch niet weg, maar blijven ze zoeken. Een zwerm vormen ze dan niet meer, want dat doen ze alleen met een koningin in het midden. De geur van de zwerm hing nog overal en daar bleven ze dus. Ik heb de overgebleven natte bijen wat bij elkaar geveegd en meegenomen, maar er resteerden er toch nog honderden. Zo ging de gehele dagopbrengst van het terras op een goede zomerdag verloren. Dat was allemaal niet nodig geweest als ik op tijd was geroepen en men zelf rustig even had afgewacht.



      Terug naar HOME

      Fotogalerij imkerij en honingbij

      Honing

      Propolis

      Varroamijt-bestrijding

      Bijensterfte - straling

      Juridische aspecten van het bijen houden

      Terug naar boven