Op de foto's kan worden geklikt voor een groter formaat (800x600) en nadere toelichting. De foto's zijn genummerd en het nummer wordt zichtbaar door er met de cursor op te gaan staan.
De wesp van de foto's betreft 1 preparaat van Naturalis, Leiden (Emmerhout, 1960).
De determinatie is geschied met de tabel van de Duitse jeugdbond (DJN), Bestimmungsschlüssel für die Faltenwespen van Christian Schmid-Egger, 2003.
De tabel behandelt mannetjes en vrouwtjes apart. Vrouwtjes hebben 6 achterlijfsegmenten en 12 antennesegmenten. We kiezen voor vrouwtjes (foto 5, 8).
1. Poten zwart en rood getekend (foto 1 en 2): naar 14
Rood wil hier zeggen roodbruin, want echt rood is het ook niet bij verse levende exemplaren.
14a. De lijn van sterniet 2 verloopt vanaf sterniet 3 in de richting van de groeve eerst bijna recht of licht convex gebogen en kromt nabij de groeve naar boven met een stompe of rechte hoek (foto 2), zoals bij vrouw oviventris;
14b. de mesopleuren zijn zwart (foto 2).
Dat geeft als uitkomst: vrouwtje Ancistrocerus scoticus 10-12 mm.
Sommige kenmerken van deze wesp komen in de tabel voor deze soort niet aan de orde, bijv. de vorm van de ribben in de groeve van sterniet 2 (foto 3): in het midden duidelijk iets langer dan aan de zijkanten, maar het verschil is gering.
De clypeus (kopschild) is geheel zwart en aan de onderkant licht breedhoekig ingesneden (foto 4).
De tergieten 1-3 hebben gele bandering (foto 1, 2).