Op de foto's kan worden geklikt voor een groter formaat (800x600) en nadere toelichting. De foto's zijn genummerd en het nummer wordt zichtbaar door er met de cursor op te gaan staan.
De wesp van de foto's is gevangen in mijn tuin te Koudekerke op 28 augustsus 2010.
De determinatie is geschied met de tabel van de Duitse jeugdbond (DJN), Bestimmungsschlüssel für die Faltenwespen van Christian Schmid-Egger, 2003.
De tabel behandelt mannetjes en vrouwtjes apart. We kiezen voor mannetjes (geheel gele clypeus: foto 2; 7 achterlijfsegnmenten: foto 1, 2, 3, 6 en 7).
1. Hoe verloopt de zijlijn van de 2e sterniet? Dan kiezen we voor recht of gelijkmatig licht gebogen (foto 1 en 2): naar 5.
5. De ribben in de groeve van de 2e sterniet zijn in het midden niet breder dan aan de zijkanten (foto 3): naar 10.
10. Tergieten 2-4 afstaand behaard; propodeum geheel zwart (foto 1 en 2): naar 12.
12. De zijlijn van de 2e sterniet verloopt iets concaaf (foto 2); de ribben in de groeve van het 2e sterniet zijn in het midden iets korter dan direct ernaast (foto 3): naar 13.
13. De dwarslijst van de 1e tergiet (foto 4 en 5) is vanaf de voorkant gezien breed ingebocht en de zijranden zijn recht of iets concaaf; metanotum (postscutellum) bijna steeds zwart; pronotumhoeken (foto 6 en 7) minder scherp (dan bij gazella).
Het mannetje van de foto is 9,1 mm lang (foto 6).
Het achterlijf heeft bij deze soort meestal 5 of 6 gele banden. Dit exemplaar heeft 6 gele banden (foto 1, 2, 6 en 7).
Dat geeft als uitkomst: mannetje Ancistrocerus parietum (8-11 mm).
Sommige kenmerken van deze wesp komen in deze tabel niet aan de orde, bijv., de vorm van de clypeus, de rimpeling van de achterwand van het propodeum. Sommige details fotografeer ik meestal extra bij deze wespen, omdat die in andere tabellen soms wel genoemd worden en dus van pas kunnen komen.
Het scutellum van een man parietum is dikwijls geel gevlekt, maar zeker niet altijd. Als het scutellum geel gevlekt is, kan ook het metanotum (postscutellum) gele vlekken hebben.
Gemiddeld zijn de pronotumhoeken minder scherp dan bij een man gazella.