Op de foto's kan worden geklikt voor een groter formaat (800x600) en nadere toelichting. De foto's zijn genummerd en het nummer wordt zichtbaar door er met de cursor op te gaan staan.
De wesp van de foto's is gevangen in mijn tuin te Koudekerke op 12 oktober 2010.
De determinatie is geschied met de tabel van de Duitse jeugdbond (DJN), Bestimmungsschlüssel für die Faltenwespen van Christian Schmid-Egger, 2003.
De tabel behandelt mannetjes en vrouwtjes apart. We kiezen voor vrouwtjes (6 achterlijfsegmenten: foto 1, 3 en 5).
1. Wat is de kleur van de poten? Dan kiezen we voor geel-zwart (foto 1 en 3): naar 2.
2. Het propodeum is zwart, dus zonder gele zijvlekken (foto 1 en 3): naar 4.
4. De lijn van sterniet 2 verloopt gelijkmatig vanaf de groeve (foto 1 en 3): naar 8.
8b. De ribben op de breuklijn van sterniet 2 (foto 2) zijn in het midden niet langer dan aan de zijkanten: naar 12.
Schmid-Egger verwijst naar tabelfiguur 34. De vorm daarvan is niet de vorm als bij een vrouw parietum (lijkt meer op claripennis) en is dus verwarrend. De vorm van de ribben bij een vrouw parietum (en gazella) is zo dat de middelste 2-4 ribben duidelijk korter zijn dan de direct ernaast staande en dat ze ongeveer gelijke lengte hebben als die aan de uiterste zijkanten.
12b. Sterniet 2 is in profiel licht concaaf (foto 1); tergiet 6 is zwart: naar 13.
13. De dwarslijst van tergiet 1 (foto 8) is vanaf de voorkant gezien breed ingesneden en de zijranden zijn recht of iets concaaf.
Dat geeft als uitkomst: vrouwtje Ancistrocerus parietum (8-11 mm).
Het vrouwtje van de foto is 13,8 mm lang (foto 5). Andere tabellen vermelden een maximum van 13 mm. Het is dus een erg groot uitgevallen exemplaar.
Dit vrouwtje heeft ook een gele vlek op het mesopleuron. Dat is uitzonderlijk (bij gazella komt het meer voor). De dwarslijst T1 sluit hier echter gazella uit.
In de toelichting na de tabel wordt ook nog inzake een vrouw parietum vermeld dat het metanotum (post-scutellum) altijd zwart is (bij vrouw gazella bijna altijd geel gevlekt.
De hoeken van het pronotum zijn bij vrouw parietum rechthoekig; bij vrouw gazella naar voren toegespitst.
De zijranden rondom delen van het propodeum zijn bij parietum weing geprononceerd of ontbrekend; bij gazella altijd duidelijk.
Sommige kenmerken van deze wesp komen in de tabel niet aan de orde, bijv. de vorm van de clypeus, het aantal gele banden, geel op scutellum of de rimpeling van de achterwand van het propodeum. Sommige details fotografeer ik meestal extra bij deze wespen, omdat die wel eens van pas komen.