Op de foto's kan worden geklikt voor een groter formaat (800x600) en nadere toelichting. De foto's zijn genummerd en het nummer wordt zichtbaar door er met de cursor op te gaan staan.
De wesp van de foto's is gevangen in mijn tuin te Koudekerke op 19 juli 2011.
De determinatie is geschied met de tabel van de Duitse jeugdbond (DJN), Bestimmungsschlüssel für die Faltenwespen van Christian Schmid-Egger, 2003.
De tabel behandelt mannetjes en vrouwtjes apart. We kiezen voor vrouwtjes (6 achterlijfsegmenten: foto 3 en 4; clypeus niet geheel geel: foto 2).
1. Wat is de kleur van de poten? Dan kiezen we voor geel-zwart (foto 1, 3 en 4): naar 2.
2. Het propodeum is zwart, dus zonder gele zijvlekken (foto 4): naar 4.
4. De lange lijn van sterniet 2 verloopt gelijkmatig (niet hoekig) vanaf de groeve (foto 3 en 4): naar 8.
8. De ribben op de breuklijn van de 2e sterniet (foto 5) zijn in het midden niet breder dan aan de zijkanten: naar 12.
Schmid-Egger verwijst naar tabelfiguur 35. De vorm daarvan is niet de vorm als bij een vrouw gazella (lijkt meer op claripennis) en is dus verwarrend. De vorm van de ribben bij een vrouw gazella (en parietum) is zo dat de middelste 2-4 ribben duidelijk korter zijn dan de direct ernaast staande en dat ze ongeveer gelijke lengte hebben als die aan de uiterste zijkanten.
12a. De lange lijn van sterniet 2 is in profiel vanaf de groeve eerst licht concaaf (foto 4);
12b. tergiet 6 is meestal geheel zwart (foto 4): naar 13.
13. De dwarslijst van tergiet 1 (foto 6) is vanaf de voorkant gezien in het midden smal ingebocht en de zijranden zijn convex. Het vrouwtje van de foto is 11,5 mm lang (foto 1).
Dat geeft als uitkomst: vrouwtje Ancistrocerus gazella (10 -13 mm).
In de toelichting na de tabel wordt ook nog inzake een vrouw gazella vermeld dat het metanotum (post-scutellum) bijna altijd geel gevlekt is (bij vrouw parietum nooit).
De hoeken van het pronotum zijn bij vrouw gazella naar voren toegespitst; bij vrouw parietum rechthoekig.
De zijranden rondom delen van het propodeum zijn bij gazella duidelijk aanwezig; bij parietum onduidelijk of afwezig.
Sommige kenmerken van deze wesp komen in de tabel niet aan de orde, bijv. de vorm van de clypeus, het aanwezig zijn van gele vlekken op mesopleuron en scutellum, de vorm van de clypeus, het minimum aantal gele banden. Sommige details fotografeer ik meestal extra bij deze wespen, omdat die wel eens van pas komen.