Op de foto's kan worden geklikt voor een groter formaat (800x600) en nadere toelichting. De foto's zijn genummerd en het nummer wordt zichtbaar door er met de cursor op te gaan staan.
De wespen van de foto's betreffen 2 preparaten van Naturalis (1984 en 1985), Leiden en 3 gevangen exemplaren in Burbach, Duitsland door Stefan Tischendorf (2014 en 2015).
De determinatie is geschied met de tabel van de Duitse jeugdbond (DJN), Bestimmungsschlüssel für die Faltenwespen van Christian Schmid-Egger, 2003.
De tabel behandelt mannetjes en vrouwtjes apart. Vrouwtjes hebben 6 achterlijfsegmenten en 12 antennesegmenten en de clypeus is niet geheel geel. We kiezen voor vrouwtjes (foto 5, 8).
1. Wat is de kleur van de poten? Dan kiezen we voor geel-zwart (foto 1, 2, 6): naar 2.
2. Het propodeum is zwart, dus zonder gele zijvlekken (foto 1, 2): naar 4.
4. De lijn van de 2e sterniet verloopt in een stompe of rechte hoek vanaf de groeve (foto 5, 6): naar 5.
5. Sterniet 2 is vanaf de basis (groeve) in een vlakke hoek (circa 120º) gekromd en daarachter iets naar buiten gewelfd of bijna vlak (foto 5, 6): naar 6.
6a. De antenneschacht is over de gehele lengte aan de onderzijde geel gestreept (foto 8);
6b. de gele band op tergiet 1 is breed en in het midden hartvormig of vierhoekig onderbroken (foto 3, 4);
6c. de onderkant van de antennevlag is roestgeel (foto 1, 8).
Dat geeft als uitkomst: vrouwtje Ancistrocerus dusmetiolus (8-11 mm).
Sommige kenmerken van deze wesp komen in de tabel voor deze soort niet aan de orde, bijv. de vorm van de dwarslijst van tergiet 1 (foto 3, 4), waarop te zien is dat de rand convex verloopt, geen diepe inbochtingen of inkepingen heeft, maar licht geschulpt is.
De vorm van de ribben in de groeve van sterniet 2 (foto 7): in het midden duidelijk langer dan aan de zijkanten, waarbij het verloop van lang naar kort gelijkmatig is.
Tenminste op de tergieten 1-4 gele bandering. Tergiet 5 heeft soms ook nog wat geel (foto 1, 2).
De sternieten 2 en 3 hebben gewoonlijk gele bandering (foto 5, 7).