Kop van een honingbijwerkster met numering van de antenneleden.
Op de bovenkant van de kop (frons) is het voorste puntoog (ocellus) te zien.
Puntogen zijn bij de honingbij bedoeld om licht- en donkerverhoudingen waar te nemen. De facetogen zijn voor kleuren en bewegingen.
De 3 puntogen van de honingbij zijn bijna nooit tegelijk te zien. Dat komt door de beharing. Op een foto van een gesleten honingbij zijn alle puntogen zichtbaar.
Copyright © Albert de Wilde - All rights reserved!