Alle zichtbare larven in de raatstukken heb ik verwijderd. Ze zijn in de tuin gelegd voor de vogels. De grootste larve was 22 mm lang. Alleen de met een wit spinsel afgesloten cellen zijn behouden. Ik heb een poging gedaan om die uit te kweken om vast te kunnen stellen wat er uiteindelijk uit tevoorschijn komt.
Uitkweken zou het gemakkelijkst gaan met een regelbare broedstoof. Daarbij kan temperatuur en vochtigheid geregeld worden. Nu was dat wat gokken, want zo'n stoof heb ik niet. Ik heb nu een verwarmingskabel gebruikt die voor reptielenverblijven gebruikt kan worden. Voor de vochtigheid heb ik er een bakje water bij gezet. Het geheel zit in een kartonnen doos met enige ontluchting. De kabel ligt onderin. De temperatuur is nu ruim 29° C. Dat zou voldoende moeten zijn.

Helaas is het niet gelukt. Na een week zijn voorzichtig enkele cellen geopend, maar alle poppen waren dood. Vermoedelijk zijn ze op de dag van de nestverwijdering te lang onderkoeld geweest. Er waren enkele ver ontwikkelde poppen die al zwarte kleuring hadden en na enkele dagen hadden kunnen uitlopen. Het waren allemaal darren.
De eerder verwijderde larven uit open cellen waren op dat moment nog zeer actief en levendig, bijv. bedelend om voedsel door te bewegen met de kop en knarsende geluiden te maken. Poppen zijn mogelijk kwetsbaarder, want die overleefden de acties niet.

Koudekerke, 30 oktober 2023.


Foto: © Albert de Wilde