Vrouwtje dikkopbloedbij (Sphecodes monilicornis), 9,3 mm, det. Jan Smit.
Koudekerke 6 augustus 2010.
Deze bloedbij paarasiteert op enkele grote Lasioglossum-soorten, waaronder L. calceatum. De dikkopbloedbij heeft een duidelijk verdikte rand met gleuf op de achterkant kop, maar niet direct aansluitend op de achterste puntogen zoals bij S. scabricollis. De achterkoprand is duidelijk afgetekend, ook al omdat de punctering van die achterrand opvallend anders is dan op de rest van de bovenkant kop (zie de links hierna).
De bijentabel 'Nieuwenhuijsen & Peeters, deel 1, 2015' noemt een niet scherpe aftekening van de achterkoprand van een vrouw monilicornis. Bedoeld wordt de gehele rand langs de slapen en niet alleen de bovenrand, maar dat staat er niet duidelijk bij. Hier en hier is die rand nog wat duidelijker te zien. Er zijn meer Sphecodes-soorten met een dergelijke gleuf op de achterkant van de kop: bijvoorbeeld gibbus en ephippius.
Zie hier voor meer opmerkingen bij de determinatie van een vrouw monilicornis.
Foto: © Albert de Wilde