Man bergbehangersbij (Megachile alpicola), Zeeuws-Vlaanderen, augustus 2018, (det. Hans Nieuwenhuijsen).

Tergiet 6 heeft aan de eindrand een inbochting over ongeveer de helft van de breedte.
Tergiet 7 is klein en is zichtbaar na de inbochting van tergiet 6. Tergiet 7 heeft een convexe voorrand (passend in de concave achterrand van tergiet 6). Tergiet 7 heeft een achterrandpunt met een ruime hoek en de zijranden verlopen licht concaaf (ingebocht).
Tergiet 6 heeft in het midden een verdieping, die overigens ook bij enkele soortgenoten te zien is.

Vaag zijn rechts ook de tarsen van de middelpoot te zien: metatars donkerbruin (dus zeker niet zwart als de tibia en femur). De tarleden 2-4 zijn roodbruin evenals het voet-klauw-leedje. De vergelijkbare man M. versicolor heeft alleen het voetleedje soms iets roodbruin, maar de rest van de tarsen zwart.


Foto: © Albert de Wilde