Man zuidelijke langhoornbij (Eucera nigrescens), 5 mei 2014, Sint-Pietersberg, Maastricht (det. Jan Smit).
De bestippeling van het mesonotum is bij Eucera nigrescens wat minder sterk dan bij longicornis. De tussenruimte tussen de stippels is wat groter en de punctering is wat minder diep. Tussen de punten is een duidelijke chagrinering aanwezig. Dit alles zijn echter moeilijke kenmerken, die vergelijking met exemplaren uit een collectie verlangt. Bovendien is enige slijtage van de beharing gewenst, want anders is er te weinig te zien.

Hier is het verschil te zien met een man Eucera longicornis.


Copyright © Albert de Wilde - All rights reserved!